Nieuws

Werkkring introduceert ‘Werkkring-light’ variant
Het afgelopen jaar zijn enkele gesprekken gevoerd met schoolorganisaties die geïnteresseerd waren in de activiteiten van Werkkring.
Tijdens de gesprekken en contacten is geconstateerd dat er wel interesse bestaat in deelname aan Werkkring-activiteiten, zeker bij de centrale directies, maar blijken er vooral op het niveau van schooldirecties aarzelingen over een lidmaatschap. Scholen zijn wel geïnteresseerd in samenwerking op projectbasis met andere partners. Ze blijken over het algemeen meer geïnteresseerd te zijn in contacten met partners in de regio, dan in bovenregionale contacten.
Het bestuur van Werkkring is van mening dat het, gezien bovenstaande constateringen gewenst is om tussentijds tot enige bijsturing van de Werkkringorganisatie te komen.
Besloten is om naast de bestaande Werkkringorganisatie te komen tot een ‘Werkkring-light’-variant.
Deze wordt gevormd door de projectorganisatie van Werkkring toegankelijk te maken voor scholen c.q. besturen die nog geen deel uitmaken van Werkkring, maar wel met Werkkringscholen in de regio deel willen nemen aan vanuit Werkkring georganiseerde projecten.

Aanpak werkdruk door organisatieontwikkeling (ervaringen uit een onderzoeks- en interventieproject)

Wat veroorzaakt werkdruk bij docenten? Werken docenten meer uren dan ze contractueel zijn overeengekomen of zijn er andere factoren of omstandigheden die belastend zijn en gevoelens van werkdruk oproepen? En wat is hiervan de betekenis voor het te voeren taakbeleid op scholen? Deze vragen stonden centraal in een onderzoeksproject dat Stichting Werkkring2 in 2005 heeft laten uitvoeren op 31 aangesloten scholen. Uit dit onderzoek bleek dat werkdruk niet zozeer wordt veroorzaakt door een structurele hoge werklast, maar door een aantal samenhangende organisatieproblemen. Stichting Werkkring heeft daarom in 2006-2007 schoolleiders uitgenodigd met collega’s van gedachten te wisselen over de aanpak van deze problemen om zo de ervaren werkdruk op scholen te verminderen. Zowel de uitkomsten van het onderzoeksproject als de ervaringen uit het interventieproject worden in dit artikel toegelicht. Klik hier om het artikel te downloaden (pdf-formaat).

Ledenraadpleging centrales over Gemeenschappelijk Sociaal Statuut positief
Op 7 februari 2007 hebben de centrales hun achterbannen geraadpleegd over het gemeenschappelijk sociaal statuut. Deze kunnen hiermee instemmen.
Op 6 december 2006 hadden een vijftal besturen die deel uitmaken van Werkkring, te weten IRIS, PCC, CSG Jan Arentsz, Michaël College en CVO ’t Gooi, en de vakcentrales voor onderwijspersoneel al een onderhandelaarsakkoord bereikt.
De belangrijkste meerwaarde van een gemeenschappelijk sociaal statuut is gelegen in de bredere werkgelegenheidsgarantie die het biedt. Ook ‘reguliere’ sociaal statuten spreken van een werkgelegenheidsgarantie, maar die bestaat uiteindelijk enkel uit een tijdelijk uitstel van ontslag. Het gemeenschappelijk sociaal statuut biedt -behoudens sectorbrede calamiteiten- een grotere garantie dat de werkgelegenheid van individuele personeelsleden ( -eventueel bij een andere werkgever-) gehandhaafd blijft.
Daarnaast heeft de vergrote bestuursbenoeming die feitelijk met het gemeenschappelijk sociaal statuut wordt bereikt, ook positieve effecten op de mogelijkheden voor ‘blije mobiliteit’: personeelsleden kunnen eenvoudiger – al dan niet op detacheringbasis – proeven aan nieuwe carrièremogelijkheden. Er zijn meer ontwikkel- en doorstroommogelijkheden dan voorheen.
Als grote interne arbeidsmarkt is het ook interessanter voor personeelsleden,
Voor werkgevers zit een bijkomend voordeel in het ondervangen van de financiële risico’s die scholen lopen door de bekostigingsconsequenties die ontslagen met zich mee kunnen brengen. Uitkeringskosten kunnen (gedeeltelijk) voor rekening van de werkgever komen, en daarmee rechtstreeks op de schoolbudgetten drukken.
Tenslotte kan de grotere interne arbeidsmarkt de werving- en selectiemogelijkheden van scholen ten goede komen.
In de komende periode zullen de Werkkringbesturen het GSS voorleggen aan hun (G)MR-en. Vervolgens zal het gemeenschappelijk sociaal statuut definitief met de centrales kunne worden vastgesteld en na ondertekening met ingang van per 1 augustus 2007 worden geëffectueerd.

Nieuwe projecten 2007
De volgende projecten zullen in 2007 van start gaan:

  • Academici, een ‘status aparte’?
    Op welke wijze kunnen we (jonge) academici beter binden aan de school, zodat we in de toekomst een voldoende aandeel van academici in het onderwijs behouden?
  • ‘Good practices’ onderwijsvernieuwing
    Inventarisatie van onderwijsvernieuwingsprojecten, gericht op uitwisseling van ervaringen tussen docenten en het beschikbaar krijgen van opgebouwde expertise voor geïnteresseerde scholen.
  • Teamontwikkeling
    Het ontwikkelen van instrumenten op dit terrein gericht op het vergroten van de kwaliteit van arbeid.
  • Ontwikkeling nieuw leiderschap
    Ontwikkelen van nieuwe vormen van leiderschap voor het (midden)management binnen scholen, die aansluiten bij huidige opvattingen en inzichten over ‘good governance’ binnen onderwijsinstellingen

Werkkringschool uitgekozen als voorbeeld van ‘good practice’.
De Werkkringschool Jan Arentsz te Alkmaar is door het Ministerie van OC&W aangewezen als voorbeeld van ‘good practice’ op het gebied van opleiden in de school. Deze eer deelt het Jan Arentsz met drie andere scholen(groepen) in Nederland. De CSG Jan Arentsz was als een van de twee Werkkringscholen als pilotschool aangewezen in het traject van de totstandkoming van opleidingsscholen.

Projectconferentie ‘Werkdruk of werkdrukte?’
Op 28 september jl. is de eerste fase afgerond van een grootschalig onderzoek naar taakbelasting onder alle werknemers van Werkkringscholen. Dit was het project ‘Werkdruk of werkdrukte?’. De afronding gebeurde op een conferentie op het CSG Jan Arentsz te Alkmaar met ongeveer 60 directieleden, PR-leden en personeelsfunctionarissen van de betrokken scholen. Op basis van de uitkomsten van de afzonderlijke schoolbijeenkomsten uit mei en juni, hebben zij vastgesteld welke stappen de scholen kunnen ondernemen om de werkdruk op een aanvaardbaar niveau te brengen of te handhaven. Vooral is nagedacht hoe Werkkring daarin kan ondersteunen of faciliteren.

Najaarsconferentie over ‘leeftijdsbestendig personeelsbeleid’
Werkkring gaat ervan uit dat mensen in verschillende levensfasen andere kwaliteiten hebben. Een ondernemer kan hier zijn voordeel mee doen. Een van de manieren werknemers breed inzetbaar maken en laten blijven. De praktijk leert dat jonge en oudere werknemers met een zelfde functie ook vaak dezelfde functieomschrijving hebben. De werkgever verwacht van beiden dezelfde prestaties. Maar hierdoor houdt de oudere werknemer het werk vaak niet meer vol, waardoor de kans op verzuim en vroegtijdige uitval toeneemt. Wij willen een oudere werknemer langer gezond en gemotiveerd in dienst houden en we streven naar een goede balans tussen mens en werk. Dus rekening houden met kwaliteiten die tijdens het leven veranderen. Als het werk goed blijft aansluiten op de veranderende mens komen de sterke kanten van zowel jonge als oudere werknemers optimaal tot hun recht. Als deze aansluiting niet aanwezig is, neemt de kans op demotivatie, stress, verzuim en uitval toe. ‘Age proofing’ van functies is een inmiddels beproefd middel om bovenstaande kwaal te bestrijden.
Drs. Marianne Ziekemeyer introduceert ‘Age proofing’ op de najaarsconferentie van 3 november 2005. Zij is arbeidssociologe en in Nederland pionier op dit gebied. Drs. Ziekemeyer leidt ons door dit thema en denkt met ons na over oplossingsrichtingen in beleid.